Ook veel (nationale) overheden zoeken naar inzicht in de impacts en afhankelijkheden van natuurlijk kapitaal. Net als bedrijven richten zij zich daarom op natural capital accounting, hoewel de uitwerking aanzienlijk verschilt. Landen volgen hierbij de SEEA-EEA-richtlijnen van de VN. Het CBS werkt deze in Nederland uit. Voorbeelden uit Bonaire en Limburg laten zien dat de voorheen ongemeten waarde van natuurlijk kapitaal honderden miljoenen euro’s bedraagt.
Natural Capital Accounting (voor overheden)
Voor overheden is natural capital accounting (NCA) de boekhouding van het natuurlijk kapitaal in een bepaald ecosysteem of een bepaalde regio (zoals waterzuivering of koolstofvastlegging). Alle lidstaten van de VN hebben hiervoor het System of Environmental-Economic Accounting (SEEA) Experimental Ecosystem Accounting (EEA) ingevoerd. Op EU-niveau is er INCA. In Nederland werkt het CBS aan de implementatie van Natuurlijk Kapitaalrekeningen volgens SEEA-EEA.
De doelstelling van de SEEA-EEA is om NCA consistent te maken met het systeem van Nationale Rekeningen. Daarmee is het in theorie mogelijk om economische indicatoren zoals het BBP en BNI direct te vergelijken met natuurlijk kapitaal. Dit is belangrijk, omdat bijvoorbeeld het BBP gericht is op één onderdeel van economische prestaties (inkomen) en het onderliggende kapitaal van dit inkomen buiten beschouwing laat. Als een land zijn mineralen of zoetwaterbronnen uitput, dan vermindert het zijn natuurlijk kapitaal. Deze afnemende waarde is ongemeten en dus onzichtbaar in het BBP.
MKBA
Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) rapporteert de (positieve en negatieve) effecten van een project (of beleidsoptie) op de welvaart van Nederland, rekening houdend met maatschappelijke effecten en natuurlijk kapitaal. Het Natuurpuntensysteem probeert een uniforme, objectieve maat aan te reiken voor het meten van de natuurwaarde van een gebied. De natuurpunten, die kunnen worden geïntegreerd in een MKBA, geven de toestand van het natuurlijk kapitaal weer en zijn het product van kwaliteit, weegfactor en oppervlakte.
Voorbeelden: Limburg en Bonaire
De geldwaarde van een aantal ecosysteemdiensten in Limburg is berekend op €112 miljoen in 2010, met een gemiddelde van €508 per hectare. Ecosysteemdiensten met de hoogste waarden waren gewasproductie, natuurtoerisme en veevoederproductie.
Meer dan tien ecosysteemdiensten op Bonaire bleken gezamenlijk een economische waarde van US$ 105 miljoen per jaar op te leveren. Deze totale economische waarde en de onderliggende analyse kan gebruikt worden voor effectieve beschermingsmaatregelen.
TEEB on Bonaire (2013), p. 3.