Engels
Welke ongewenste reclame kun je weren?
2
 
Heeft reclame weren überhaupt zin?
4
 

Ongewenste Reclame Weren

Op basis van welke juridische grondslagen kun je reclame weren?

Toelichting juridische grondslagen reclamewering

Om de juridische basis van reclamewering toe te lichten, gebruiken we hier de regulering ‘ongezonde voeding’ hier als voorbeeld. Deze luidt als volgt: ‘Het is verboden om een reclame te plaatsen en te handhaven in de openbare ruimte die zich geheel of gedeeltelijk richt op de verkoop van ongezonde voeding.’

Om te beginnen heeft de Gemeente, naast haar algemene taken op het gebied van de volksgezondheid, een specifieke zorgplicht om maatregelen te formuleren daar waar de gezondheid van de jeugd in gevaar is. Met de reclameregulering ‘ongezonde voeding’ geeft de Gemeente gehoor aan deze zorgplicht.

De Gemeente heeft de bevoegdheid om reclame-uitingen in het openbare domein te reguleren waar een openbaar belang mee is gemoeid. De raad heeft de betreffende reclameregulering goedgekeurd, omdat deze regulering het openbare belang van de Gemeente dient (artikel 124 Grondwet, artikel 147 jo artikel 149 Gemeentewet (belang van de gemeente) en artikel 108 Gemeentewet (huishouding van de gemeente)). Er is geen regelgeving op Europees, nationaal of provinciaal niveau die deze kwestie al uitputtend regelt. Er is dus geen sprake van hogere regelgeving die in de weg staat van deze ingevoerde regulering.

De Gemeente heeft er belang bij dat de lokale volksgezondheid beschermd wordt. De betrokken reclames voor ongezonde voeding kunnen bijdragen aan een ongezonde leefstijl en een hoger risico op diverse ziektebeelden. Vanuit dit oogpunt bevordert de reclamebeperking de volksgezondheid.

Ondanks het feit dat deze reclameregulering een “inmenging” op van de vrijheid van meningsuiting levert (artikel 10 lid 1 EVRM), is dit geen reden om de regulering niet door te voeren. Onder artikel 10 lid 2 EVRM is dit namelijk gerechtvaardigd:

“Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.”

Voor deze toets is relevant dat de Gemeente een brede beoordelingsruimte (margin of appreciation) heeft als het gaat om commerciële (reclame-)uitingen. “Op grond van deze doctrine laat het EHRM de nationale autoriteiten, ten aanzien van een groot aantal bepalingen van het EVRM, een zekere beoordelingsvrijheid. Deze beoordelingsvrijheid komt tot uitdrukking in de manier waarop het Hof toetst aan het Verdrag.” uit: NJCM-Bulletin, jrg. 32 (2007), nr. 2.

Verder is het volgende van belang:

  • Een regeling die rechtsgeldig tot stand is gekomen in de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening. In de APV staan de wettelijke regels, die alleen in de betreffende gemeente van kracht zijn) voldoet aan het vereiste “bij wet voorzien” (prescribed by law) in de zin van het EVRM. ‘Bij wet voorzien’ houdt in dat een regeling voldoende toegankelijk en voorzienbaar moet zijn.
  • De inmenging dient een legitiem doel. Dat is hier inderdaad het geval, aangezien de reclameregulering onder andere bijdraagt aan beleid ter bescherming van de publieke gezondheid, zoals beschermd door artikel 10 lid 2 EVRM.
  • De inmenging is proportioneel. Gelet op het voorgaande zijn er gegronde redenen voor de reclameregulering, die in evenredige verhouding staan tot de te beschermen gezondheidsdoelstelling.
  • Er is sprake van een pressing social need, dat wil zeggen: zijn ingegeven door een ‘dringende maatschappelijke behoefte’. Ook dat is hier het geval, want de  Gemeente heeft een belang bij het beperken van uitingen die stimuleren tot de consumptie van ongezonde voeding.
  • De reclameregulering voldoet aan de fair balance toets. De Gemeente heeft gemotiveerd waarom een dergelijke reclamebeperking een openbaar belang dient. Dat belang blijkt ook uit diverse onderzoeken. De Gemeente heeft uiteengezet op welke manier zij de betrokken belangen heeft afgewogen.

Vrij verkeer bepalingen EU:
De reclameregulering is in lijn met de vrij verkeer bepalingen van de EU, zelfs als de regulering zou leiden tot enige beperking.
Ten eerste vindt er door deze regulering geen juridische of feitelijke discriminatie plaats tussen binnenlandse en buitenlandse producten. Dit betekent dat de regulering gezien kan worden als een zogeheten “verkoopmodaliteit” in de zin van het Unierecht, in welk geval er geen strijd kan zijn met het vrij verkeer van goederen.
Ten tweede, dient de regulering een legitiem doel, namelijk de bescherming van de gezondheid.
Ten derde voldoet de regulering aan het proportionaliteitsvereiste, wat inhoudt dat deze geschikt is voor het betrokken doel, namelijk het bevorderen van de volksgezondheid. Beperking van reclames heeft een aantoonbaar effect op het reduceren van vraag naar, in dit geval, ongezonde voeding. Daardoor gaat de reglering ook niet verder dan noodzakelijk. Verder is er geen aanleiding om uit te gaan van een discriminerende werking van de regulering. Markttoegang blijft mogelijk.

Voor de juridische tekst m.b.t. bovengenoemde voorbeeld, zie hier de Motivering regulering ongezonde voeding, geschreven door Tjarda van der Vijver van Ecolytico. En ook de Motivering reclameregulering biologisch-vlees-vis, eveneens door Tjarda van der Vijver.

Voor meer informatie over wet- en regelgeving, zie ook de website van CircuLaw: ‘Op basis van systematische wetsanalyses presenteert CircuLaw per thema of productgroep een overzicht aan instrumenten, soms direct toepasbaar en soms experimenteler van aard. Dit is allemaal onderdeel van onze ‘open public service’: Reguleren ongewenste reclames – CircuLaw