Engels

Mijn Leefomgeving

Wat is de Omgevingswet?

De Omgevingswet regelt alles voor de ruimte in Nederland. In één wet staan alle spelregels voor de fysieke leefomgeving. Het doel van de wet is een integraal en samenhangend kader creëren die beter aansluit bij de huidige maatschappelijke behoeften en uitdagingen op het gebied van de fysieke leefomgeving.

De Nederlandse samenleving kan beschreven worden als een participatiesamenleving of een doe-democratie. Bewoners dragen steeds vaker de (mede)verantwoordelijkheid voor publieke taken en nemen ook vaker het heft van de uitvoering daarvan in eigen handen. Tegelijkertijd dichten overheden ook bewoners steeds meer een zelfredzame rol toe als het gaat om publieke taken. De participatiesamenleving is deels ontstaan als reactie op het stelsel van wetten en regels dat de bewegingsvrijheid beperkte van individuen en collectieven (Van der Schot, 2016). De Omgevingswet speelt in op deze behoefte aan flexibiliteit en ruimte voor maatwerk rondom wet- en regelgeving voor burgers, lokale bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Verder zijn er vernieuwingen in de Omgevingswet vergeleken met oudere wetten over de fysieke leefomgeving:

  • In Nederland zijn er veel regels en wetten die over de ruimte gaan. In totaal waren er 26 verschillende wetten voor ruimte, wonen, infrastructuur, water, milieu en de natuur. Om het eenvoudiger en overzichtelijker te maken, zijn al deze verschillende wetten verenigd in één wet.
  • Het is de bedoeling dat het gemakkelijker wordt om verschillende deelbelangen van de fysieke leefomgeving, zoals natuur, mobiliteit en cultureel erfgoed, beter op elkaar af te stemmen. Kortom, besluiten over de leefomgeving moeten integraal bekeken en genomen worden.
  • Met de wet moet het gemakkelijker worden om snel in te spelen op nieuwe en urgente ontwikkelingen in de samenleving, zoals de energietransitie. Door de lappendeken aan wetten en regels nu gaat dit nu vaak erg moeizaam.
  • In de Omgevingswet verandert de inspraak in plaats van achteraf naar vooraf. Hierbij is er meer ruimte voor initiatieven van bewoners en bedrijven. Bewonersparticipatie wordt verwacht.
  • Overheden moeten bij plannen voor de leefomgeving bewoners, bedrijven en organisaties betrekken. In de Omgevingswet staan regels beschreven voor de overheid over hoe deze participatie van bewoners, bedrijven en organisaties moet plaatsvinden.
  • Ook gaan er meer taken van de rijksoverheid naar gemeenten en zit er meer flexibiliteit in de wet voor verschillen tussen regio’s in Nederland. Hierdoor kunnen provincies en gemeenten regionaal en lokaal afstemmen op hun eigen doelstellingen en behoeften.

Klik hier voor meer informatie over de Omgevingswet in het kort
Klik hier voor de hele wettekst van de Omgevingswet

Wat zijn de instrumenten van de Omgevingswet?

Vrijwel alle bestaande wet- en regelgeving voor de leefomgeving gingen op in de Omgevingswet. Dat wil echter niet zeggen dat de wet een optelsom is van 26 bestaande wetten. De Omgevingswet heeft een geheel nieuwe opzet en bestaat uit een stelsel van instrumenten. Er zijn 6 kerninstrumenten van de Omgevingswet.

  1. Omgevingsvisie. Het Rijk, de provincies en de gemeenten stellen allemaal hun eigen strategische plan voor de leefomgeving op. Het lijkt op de structuurvisies. Kijk hier voor meer informatie over de Omgevingsvisie van het Rijk, de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Bekijk ook of jouw provincie of gemeente al haar omgevingsvisie heeft vastgesteld! Dit is mogelijk tot 1 januari 2027.
  2. Programma. De doelen van de Omgevingsvisie worden onder meer uitgewerkt in programma’s. Dit zijn maatregelen om de leefomgeving te gebruiken, ontwikkelen, beschermen en beheren. Denk aan een fietsplan, een programma voor de kwaliteit van het landschap of een plan voor horeca in de binnenstad.
  3. Decentrale regelgeving. Gemeentes, waterschappen en provincies brengen al hun regels over de leefomgeving samen in één regeling of plan. Voor de gemeente is dit het Omgevingsplan (vergelijkbaar met het bestemmingsplan), voor het waterschap de waterschapsverordening en voor de provincies de provinciale omgevingsverordening. Hierin staan verschillende soorten regels, zoals regels over vergunningen.
  4. Algemene Rijksregels. In de algemene rijksregels staan de regels die nodig zijn voor de Omgevingswet. Deze regels vormen de grondslag voor de instrumenten en de taken van overheden. Verder bevatten deze regels de normen voor de kwaliteit van de leefomgeving, omgevingswaarden genoemd. Bij algemene rijksregels staan ook de regels van het Rijk genoemd die van invloed zijn op de decentrale overheden (bijvoorbeeld gemeentes en provincies). Doel van de wet is om zoveel mogelijk activiteiten met gevolgen voor de fysieke leefomgeving onder de algemene regels te laten vallen.
  5. Omgevingsvergunning. Initiatieven van bewoners en bedrijven hebben gevolgen voor de leefomgeving. Dat geldt bijvoorbeeld als een boer een sloot wil dempen, een ondernemer zijn of haar bedrijf wil uitbreiden of een bewoner een boom wil kappen. De Omgevingsvergunning toetst vooraf of dat mag. Initiatiefnemers kunnen via één aanvraag bij één loket snel duidelijkheid krijgen voor alle activiteiten die zij willen uitvoeren. Initiatiefnemers krijgen binnen acht weken na hun aanvraag een afwijzing of toekenning. Kijk hier voor meer informatie.
  6. Projectbesluit. Het projectbesluit gaat over de besluitvorming rond complexe projecten. Bijvoorbeeld de aanleg van een weg, windmolenpark of natuurgebied. Kijk hier voor meer informatie.

Wanneer krijg ik te maken met de Omgevingswet?

1 januari 2024 is het dan zover, de Omgevingswet is in werking getreden. Dit betekent dat alle gemeentes in formele zin een omgevingsplan hebben. Het omgevingsplan bestaat uit een tijdelijk en nieuw deel. Het tijdelijke deel bestaat uit ‘oude’ ruimtelijke plannen (zoals bestemmingsplannen), verordeningen en de bruidsschat. De bruidsschat betekent dat door de Omgevingswet verschillende regels van het Rijk verhuizen naar gemeenten en waterschappen. Deze regels komen in het tijdelijke deel van het omgevingsplan.

Van 2024 tot 2031 is er een overgangsfase. In deze fase kan een gemeente regels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan intrekken en omzetten naar het nieuwe deel van het omgevingsplan. Het is de bedoeling om het omgevingsplan om te vormen tot 1 omgevingsplan voor de hele gemeente.

Begrippen die je moet kennen als burger

Met een geheel nieuwe wet in Nederland over de leefomgeving kunnen de nieuwe begrippen die hieronder vallen wellicht overweldigend lijken. Het is onvermijdelijk dat je als burger met deze nieuwe wetgeving te maken zult krijgen. Hier is een overzicht van termen die je als burger moet kennen met betrekking tot de Omgevingswet.

  • Initiatiefnemer: de initiatiefnemer kan jij als burger zijn, maar ook een bedrijf of de overheid. Je initieert een plan of een activiteit.
  • Bevoegd gezag: het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor de behandeling van vergunningaanvragen, het van ontvangen van meldingen en het houden van toezicht en handhaving. Bij het gebruik van het Omgevingsloket hoeven initiatiefnemers zich niet zelf af te vragen welk bevoegd gezag hun aanvraag behandelt; dit wordt automatisch bepaald.
  • Omgevingsplan: in het omgevingsplan staan gemeentelijke regels voor activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Het omgevingsplan maakt duidelijk onder welke voorwaarden activiteiten rondom de fysieke leefomgeving op een locatie toegestaan zijn. Het omgevingsplan is juridisch bindend en vervangt het bestemmingsplan. Per gemeente is er 1 omgevingsplan.
  • Omgevingsvergunning: een initiatiefnemer moet in sommige gevallen toestemming vragen om activiteiten in de fysieke leefomgeving uit te voeren. Dit moet je doen met aanvragen van een omgevingsvergunning.
  • Omgevingswaarden: de gemeente, provincie of het rijk kunnen met omgevingswaarden de kwaliteit vastleggen voor de fysieke leefomgeving. Het gaat bijvoorbeeld om waarden voor de luchtkwaliteit of de waterkwaliteit. Gemeentes en provincies kunnen ook voor andere onderwerpen Omgevingswaarden opstellen, zoals de geur van veehouderij. De Omgevingswaarden worden door de gemeente in het Omgevingsplan opgenomen. Je kan als bewoners lobbyen voor het vastleggen of aanscherpen van bepaalde provinciale en gemeentelijke Omgevingswaarden.

Kom je een begrip tegen die je niet helemaal begrijpt? Kijk hier voor de begrippenlijst regelgeving leefomgeving.