De nieuwe Omgevingswet brengt alle spelregels die gelden voor de fysieke leefomgeving bij elkaar in één wet.
- In Nederland gelden er op dit moment 26 verschillende wetten voor bijvoorbeeld ruimte, wonen, infrastructuur, water, milieu en natuur die invloed hebben op jouw leefomgeving. Die worden nu dus allemaal verenigd in één wet. Ook gaan we van 5.000 wetsartikelen naar 350. Doel is om het omgevingsrecht overzichtelijker en duidelijker te maken.
- Daarnaast is het de bedoeling dat het gemakkelijker wordt om verschillende deelbelangen van de fysieke leefomgeving, zoals natuur, mobiliteit en cultureel erfgoed, beter op elkaar af te stemmen. Kortom, besluiten over de leefomgeving moeten integraal bekeken en genomen worden.
- Met de wet moet het gemakkelijker worden om snel in te spelen op nieuwe en urgente ontwikkelingen in de samenleving, zoals de energietransitie. Door de lappendeken aan wetten en regels gaat dit nu vaak erg moeizaam.
- De wet moet meer ruimte bieden voor initiatieven van bewoners (en bedrijven). Dit wordt door de rijksoverheid als volgt beschreven: ‘De houding bij het beoordelen van plannen is ‘ja mits’ in plaats van ‘nee tenzij’. Zo ontstaat ruimte voor bijvoorbeeld bedrijven en organisaties om met ideeën te komen.’
- Ook gaan er meer taken van de rijksoverheid naar gemeenten en zit er meer flexibiliteit in de wet voor verschillen tussen regio’s in Nederland. Bedoeling is dat bijvoorbeeld gemeenten hun omgevingsbeleid kunnen afstemmen op hun eigen doelstellingen en behoeften.
Klik hier voor meer informatie over de Omgevingswet.
Bekijk hier de hele wettekst van de Omgevingswet
Wat zijn de instrumenten van de Omgevingswet?
Vrijwel alle bestaande wet- en regelgeving voor de leefomgeving gaat op in de Omgevingswet. Dat wil echter niet zeggen dat deze een optelsom is van 26 bestaande wetten. De Omgevingswet kent een geheel nieuwe opzet en bestaat uit een stelsel van instrumenten. Zes instrumenten vormen de gereedschapskist van de Omgevingswet.
- Omgevingsvisie. Het rijk, de provincies en de gemeentes stellen hun eigen strategische plan voor de leefomgeving op. Het lijkt op de huidige structuurvisies.
- Programma. De doelen van de Omgevingsvisie worden onder meer uitgewerkt in programma’s. Denk aan een fietsplan, een programma voor de kwaliteit van het landschap of een plan voor horeca in de binnenstad.
- Decentrale regelgeving. Gemeentes, waterschappen en provincies brengen al hun regels over de leefomgeving samen in één regeling of plan. Voor de gemeente is dit het Omgevingsplan, vergelijkbaar met het huidige bestemmingsplan. Elke gemeente zal maar één Omgevingsplan hebben.
- Algemene rijksregels. Op sommige (meer algemeen geldende) gebieden, zoals grote infrastructuur (bijv. snelwegen) en cultureel erfgoed, zullen nationale regels voor de bescherming van de leefomgeving opgesteld worden. Doel van de wet om zoveel mogelijk activiteiten met gevolgen voor de fysieke leefomgeving onder de algemene regels te laten vallen. Gevolg daarvan is dat minder activiteiten vergunningplichtig zijn.
- Omgevingsvergunning. Initiatieven van bewoners en bedrijven hebben gevolgen voor de leefomgeving. Dat geldt bijvoorbeeld als een boer een sloot wil dempen, een ondernemer zijn of haar bedrijf wil uitbreiden of een bewoner een boom wil kappen. De Omgevingsvergunning toetst vooraf of dat mag. Initiatiefnemers kunnen via één aanvraag bij één loket snel duidelijkheid krijgen voor alle activiteiten die zij willen uitvoeren.
- Projectbesluit. Het projectbesluit gaat over de besluitvorming rond complexe projecten. Bijvoorbeeld de aanleg van een weg, windmolenpark of natuurgebied.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2016a
Lees hier meer op over de kerninstrumenten van de Omgevingswet.
Wat regelt de wet op het gebied van bewonersparticipatie?
Kern van de Omgevingswet is de zorgplicht van iedereen voor de fysieke omgeving (art 1.6).
Bij de nu nog geldende Wet op de Ruimtelijke Ordering ligt de nadruk bij de inrichting van je leefomgeving veelal op eindbeeldplanning door met name de overheid en een aantal private partijen, zoals projectontwikkelaars. Bij de nieuwe Omgevingswet is het creëren van draagvlak bij zowel overheid, private partijen als bewoners vanaf het begin van het hele proces noodzakelijk en staat organische gebiedsontwikkeling centraal.
“Organische gebiedsontwikkeling is een vorm van stedelijke ontwikkeling die meer gebruik maakt van de krachten in de samenleving. Kenmerkend hierbij is de ruimte voor gevarieerde initiatieven. […] Gebiedsontwikkeling als optelsom van relatief kleinschalige lokale (her)ontwikkelingen vraagt een proces zonder tijdshorizon, waarbij ontwikkeling en beheer samen oplopen, met een nadrukkelijke rol voor eindgebruikers en een faciliterende rol voor de overheid.”
In het Omgevingsbesluit staan regels voor het regelen van de participatie. Zo is voor het projectbesluit en het Omgevingsplan geregeld dat in een kennisgeving wordt aangegeven hoe het participatietraject er uit komt te zien. Ook is een motiveringsplicht opgenomen: het bevoegd gezag geeft bij het besluit aan hoe de omgeving is betrokken bij de voorbereiding en wat de resultaten daarvan zijn. Deze motiveringsplicht geldt voor de Omgevingsvisie, het programma, het Omgevingsplan en het projectbesluit.
Wat zijn Omgevingswaarden?
De overheid zal Omgevingswaarden vastleggen om de leefomgeving veilig en gezond te houden en te krijgen. Deze waarden moeten objectief vast te stellen en meetbaar zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om waarden voor de luchtkwaliteit of de waterkwaliteit.
Omgevingswaarden van het Rijk volgen vaak uit Europese verplichtingen en staan in hoofdstuk 2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Gemeentes en provincies kunnen ook voor andere onderwerpen Omgevingswaarden opstellen. Voor bijvoorbeeld de geur van veehouderijen of voor lichthinder. De Omgevingswaarden worden door de gemeente in het Omgevingsplan opgenomen.
Als bewoner kun je lobbyen voor het vastleggen of aanscherpen van bepaalde provinciale en gemeentelijke Omgevingswaarden. Het is een belangrijk middel om je leefomgeving (bijvoorbeeld natuur, lucht en bodem) te beschermen.
Lees hier meer over de Omgevingswaarden.
Lees ook: Groothuise, 2016. Omgevingswaarden: waardevol?