Engels
Hoe verandert de verhouding tussen bewoners en overheden inzake de leefomgeving?
4
 

Mijn Leefomgeving

Wat is de kritiek op de Omgevingswet?

Bewonersparticipatie

De nieuwe Omgevingswet maakt van participatie een verplicht onderdeel in ruimtelijke ontwikkelingen. De wet beschrijft echter niet hóe deze participatie er precies uit moet zien. Dat mogen overheden en initiatiefnemers van plannen zelf vormgeven.

Participatie wordt door de wetgever omschreven als “het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden”. Sommige belanghebbenden, zoals ontwikkelaars en lokale overheden, zijn vaak al van de partij in het maken van plannen voor de leefomgeving. De beoogde participatie doelt echter juist ook op minder vanzelfsprekende partijen, zoals bewoners, lokale ondernemers en bewonersorganisaties.

De nieuwe Omgevingswet verplicht participatie, door bijvoorbeeld een motiveringsplicht toe te voegen als criterium voor een omgevingsvergunning. Ook is consultatie van bewoners verplicht bij complexe projecten die met een zogenoemd projectbesluit mogelijk gemaakt worden. Hiermee moeten initiatiefnemers aannemelijk maken dat ook lokale belanghebbenden op de juiste wijze meegenomen zijn in het proces.

Stenfert & Graaff, 2019. Co-creatie in gebiedsontwikkeling.
Bisschops & Hollemans, 2019. Krijgen burgers meer te vertellen in hun leefomgeving?

Lees ook: Infoblad Participatie in de Omgevingswet

Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) vindt het een risico dat participatie van bewoners in de wet niet dwingend is geregeld. “Die wet kent nobele doelen als integraal kijken naar de kwaliteit van de leefomgeving, vroegtijdige participatie en uitnodigend zijn naar initiatiefnemers. Die zijn echter zo algemeen gesteld dat daar geen dwingende werking van uitgaat om het wezenlijk anders te doen.” Volgens LSA hebben gemeenten de opdracht om de wet op een wijze in te voeren die de positie van bewoners en lokaal initiatief versterkt.

Soeterbroek, 2019. De omgevingswet, bewonersinitiatief en lokale politiek

Ook volgens het Sociaal- en Cultureel Planbureau moet de overheid condities in het leven roepen om een grotere betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving te realiseren. Participatie van de bewoners is volgens het planbureau niet overal en voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeentes moeten bewoners vroegtijdig informeren, op tijd bij plannen betrekken en laten zien dat hun ideeën en initiatieven ertoe doen.

Van den Broek e.a., 2016. Niet buiten de burger rekenen!

Volgens Jan Rotmans, professor transitiekunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, hangt de werking van de Omgevingswet sterk af van hoe afzonderlijke gemeentes en beleidsmedewerkers zullen denken en samenwerken met bewoners en bedrijven. “De tijd is over dat ambtenaren een visie voor de omgeving maakten vanachter hun bureau. Dat gebeurt voortaan in samenwerking met de omgeving, waarbij het initiatief bij die omgeving komt te liggen. Ambtenaren maken dus niet meer zelf beleidsplannen om die vervolgens uit te rollen, maar maken het mogelijk dat anderen plannen maken. Dat is een fundamenteel andere handelswijze waarmee veel ambtenaren moeite zullen hebben, omdat zij van nature beleidsmakers zijn.”

Rotmans, 2018. De omgevingswet als transitieopgave.
Lees hier meer over hoe bepaalde gemeentes in Nederland Omgevingsvisies hebben opgesteld.

Bescherming van natuur en landschap

Mogelijk wordt het voor bewoners lastiger om natuurgebieden en landschappen te beschermen.

  • De gang naar de rechter zal alleen mogelijk worden voor direct belanghebbenden. Dit kan betekenen dat bewoners minder kunnen leunen op de inzet van provinciale natuur- en milieuorganisaties, die in het algemeen belang opereren. Zij kunnen geen juridische stappen nemen tegen de aantasting van natuur en landschap als het om een lokaal plan gaat. De bescherming is in zo’n geval afhankelijk van lokale actiegroepen.
  • Steeds meer activiteiten worden gereguleerd via algemene regels in plaats van via toetsing en vergunningverlening. (Hoofdstuk 4 van de Omgevingswet behandelt de algemene regels). Hiermee verdwijnt de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen. Zo biedt de Omgevingswet minder garanties tegen eventuele milieu- of natuureffecten door activiteiten dan de huidige regelgeving.

Kistenkas, Nieuwenhuizen, Kamphorst & Broekmeyer, 2018. Natuur en landschap in de Omgevingswet
Folkert & Diederen, 2013. Milieueffectentoets wetsvoorstel Omgevingswet