Engels

Mijn Leefomgeving

Hoe kan ik meedenken en -doen met plannen van anderen?

In voorbereiding op de Omgevingswet

In de nieuwe Omgevingswet staat nadrukkelijk dat gemeenten vroegtijdig met bewoners, lokale bedrijven en organisaties moeten samenwerken aan beleid en besluiten over de leefomgeving. Kortom, participatie van bewoners wordt verplicht. Hoewel de wet in 2024 in werking treedt, werken al veel gemeentes in de geest van de nieuwe wet, bijvoorbeeld in pilots en experimenten. Daarom zal de gemeente waarschijnlijk ook nu al open staan voor jouw ideeën over plannen van anderen (gemeente zelf, projectontwikkelaars of medebewoners).

Goede timing is van belang!

Als je in gesprek bent met verantwoordelijke ambtenaren of raadsleden terwijl ze nog het beleid aan het bepalen zijn, kan je de keuzes over concrete stappen en oplossingsrichtingen beïnvloeden en jouw ideeën aandragen. Naarmate de beleidsvoorbereiding en politieke besluitvorming verder zijn nemen je kansen voor beïnvloeding af.

De Omgevingsvisie is een goed instrument om samen met de gemeente de blik naar de toekomst te richten en samen na te denken over de vraag: ‘Welke kant moet het op met de buurt of het dorp?’ Het is een strategische visie voor de lange termijn voor de gehele fysieke leefomgeving en heeft betrekking op wonen, water, milieu, natuur en infrastructuur. Pitch jouw ideeën en benadruk de waarde ervan in het gesprek over de langetermijnvisie voor een dorp of een stad.

Public Affairs Academie schreef boekjes hoe jij je belangen goed kan vertegenwoordigen richting de gemeente en de provincie, zowel formeel als informeel. Je kan ze via de volgende link bestellen: Wegwijs in de provincie

Hoe kan je formeel invloed uitoefenen op plannen van anderen?

Met de ingang van de Omgevingswet in 2024 maakt het bestemmingsplan plaats voor het Omgevingsplan. Lees hier meer over het vaststellen van het Omgevingsplan en hoe je als bewoner hierop je mening kan geven.

Omgevingsvergunning
Als de overheid, bedrijven, maar ook andere bewoners een concreet plan hebben voor een project in de leefomgeving, moeten ze daarvoor vaak een Omgevingsvergunning aanvragen. Dit gaat via een uitgebreide procedure als het een project is waar iedereen zijn mening over mag kunnen geven, bijvoorbeeld omdat het project erg afwijkt van het bestemmingsplan (vanaf 2021: Omgevingsplan). De overheid beoordeelt de ingediende aanvraag en maakt dan een ontwerpbesluit, waarin staat welke beslissing ze wil nemen over de aanvraag.

Een gemeente publiceert dit ontwerpbesluit op de website van de gemeente. Ook kun je het vaak vinden in het lokale weekblad. Je hebt vervolgens zes weken de tijd om een zienswijze in te dienen over dit ontwerpbesluit. In deze zienswijze kan je je commentaar op het plan en besluit uiteenzetten. Vaak moet je deze insturen via de post, maar soms kan het ook met een e-mail.

De Omgevingsvergunning zal ook na 2024 gelden. Het is namelijk één van de instrumenten van de Omgevingswet. Wel veranderen er een aantal dingen. Zo zullen minder activiteiten vergunningsplichtig zijn. Lees hier meer daarover.

Waar kan je informatie vinden over ruimtelijke plannen?

Alle Nederlandse gemeenten zijn bij wet verplicht al hun nieuwe bestemmingsplannen digitaal beschikbaar te stellen, vanaf het moment dat het ontwerp openbaar wordt gemaakt. Op de website www.ruimtelijkeplannen.nl zijn alle bestemmingsplannen, maar ook de ruimtelijke plannen van provincies en rijk voor iedereen in te zien.

Omgevingswet
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden alle bestaande gemeentelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) onderdeel van het tijdelijke Omgevingsplan. Elke gemeente zal 1 Omgevingsplan hebben. Bestaande plannen blijven dan hetzelfde, totdat de gemeente ze aanpast en verwerkt naar haar eigen situatie in het integrale Omgevingsplan. Dit moet de gemeente doen binnen de overgangstermijn die loopt van 2024 tot 2032.

Welke wetten en regels op het gebied van je leefomgeving gelden er nog tot 2024?

Tot de invoering van de Omgevingswet in 2024 geldt nog de wet- en regelgeving voor ruimtelijke ordening, milieu- en natuurbescherming zoals die eerder zijn vastgesteld. Belangrijke onderdelen voor jouw leefomgeving zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de milieueffectrapportage (m.e.r.).

Let op: de informatie over deze wetten en regels gelden niet meer na de inwerktreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in het kort
In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) staan de regels die gelden voor een groot deel van de huidige vergunningen in de fysieke leefomgeving. De Wabo maakt het mogelijk om, binnen een project, met één omgevingsvergunning verschillende activiteiten (bouw, aanleg, oprichten, gebruik) uit te voeren. Ook kun je meerdere (deel)vergunningen voor activiteiten los van elkaar aanvragen of in twee fasen, bijvoorbeeld voor sloop en bouwen.

Lees hier meer informatie over onder meer de instanties die een omgevingsvergunning afgeven (het bevoegd gezag) en procedures.

Wet ruimtelijke ordening (Wro) in het kort
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is ook een belangrijke wet in de ruimtelijke besluitvorming van Nederland. Deze wet regelt hoe ruimtelijke plannen gemaakt moeten worden en welke overheid daarvoor verantwoordelijk is. In deze plannen worden ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur verdeeld over een gebied. Het bestemmingsplan is het belangrijkste instrument van deze wet.

De Wro vraagt van het Rijk en iedere gemeente en provincie een structuurvisie, waarin ze het ruimtelijk ontwikkelingsbeeld moeten beschreven. Ook moeten ze hiervoor een uitvoeringsstrategie maken die aangeeft hoe het beleid gerealiseerd wordt. Juridisch is de uitwerking van het beleid vastgelegd in normstelling in bestemmingsplannen, inpassingsplannen en beheersverordeningen.

Lees hier meer informatie over de wet ruimtelijke ordening.

Milieueffectrapportage (m.e.r.)
De milieueffectrapportage (afkorting m.e.r.) is een hulpmiddel bij het nemen van besluiten over ingrepen of activiteiten in de leefomgeving, zoals het plaatsen van windturbines, de aanleg van een nieuwe woonwijk of het verbreden van wegen. De m.e.r. brengt de milieugevolgen van een plan of project in kaart, voordat de overheid er een besluit over neemt. De verwachte gevolgen worden beschreven in een milieueffectrapport (MER), dat wordt meegenomen in de overwegingen van de overheid. In dit rapport moeten ook alternatieven voor het plan worden vergeleken. Op deze manier krijgt het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming.

Lees hier meer over de milieueffectrapportage.

Uit onderzoek van het Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico blijkt dat het aantal milieueffectrapportages tussen 2010 en 2019 meer dan gehalveerd is. Resterende studies blijken vaak onder de maat: bijna zeventig procent van de rapporten die vorig jaar door de expertcommissie werden beoordeeld, vertoont belangrijke tekortkomingen. Met de invoering van de Crisis– en herstelwet in 2010 werd de regeling eerst versoepeld, en later nog verder in mogelijkheden beperkt. Terwijl milieustudies vroeger meestal verplicht waren, mogen overheden nu vaak per situatie beoordelen of een milieurapport nodig is. Daarom wordt er nu, mede door de beperkte capaciteit, minder vaak gekozen voor een m.e.r..

Lees meer: Kuijpers, De Groene Amsterdammer, 2019