Voorbij ecologische houdbaarheid kan het begrip duurzaamheid in de context van het voedselsysteem worden uitgebreid naar (menselijke) gezondheid, voedselveiligheid, dierenwelzijn en socio-economische criteria.
Het belang van andere indicatoren
Hoewel duurzaamheid doorgaans gemeten wordt met objectieve criteria van ecologische houdbaarheid, zijn er vanuit de maatschappij eisen om ook andere aspecten onder duurzaamheid te scharen. Een hoger dierenwelzijn heeft bijvoorbeeld niet direct te maken met toekomstige generaties, maar staat hoog op de maatschappelijke agenda. Daarom pleit de Nederlandse regering voor een voedselbeleid waarin naast milieu ook aandacht is voor volksgezondheid, dierenwelzijn en mensen.
Rijksoverheid (2013), p. 2-3.
Gezond voedingspatroon
De gezondheid van het voedingspatroon valt onder menselijke gezondheid. In de Schijf van Vijf (bestaande uit vijf vakken van voedingsgroepen) biedt het Voedingscentrum richtlijnen voor een gezond voedingspatroon, dat mede bestaat uit voldoende groente en fruit, noten en peulvruchten en in algemene zin uit meer plantaardige voedingsmiddelen.
Bij een verkeerde balans tussen voedingsgroepen kunnen gezondheidsproblemen ontstaan, zoals obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten. Omdat de concrete aanbeveling per persoon kan verschillen, worden in de Richtlijnen Schijf van Vijf adviezen gegeven voor verschillende doelgroepen, zoals kinderen, vegetariërs of zwangere vrouwen.
Zie voor alle en specifiekere richtlijnen naar een gezond voedingspatroon: Voedingscentrum (2016), p. 9.
Tevens heeft het Voedingscentrum de algemene ecologische impact van een dieet conform de Schijf van Vijf in kaart gebracht. Duurzaamheid staat in de Schijf echter niet centraal, dus vlees en zuivel worden bijvoorbeeld niet beperkt tot het ecologische maximum.
Voedingscentrum (2016), p. 17.
Zie ook RIVM, Volksgezondheid en Zorg.
Voedselveiligheid
Onder menselijke gezondheid valt ook voedselveiligheid. De gezondheid kan worden aangetast wanneer er in voedsel ziekmakers (zoals bacteriën, virussen of parasieten), schadelijke stoffen (zoals PCB’s, zware metalen en antibiotica), productvreemde materialen of allergenen zitten. In sommige gevallen (denk bijvoorbeeld aan het ontstaan van multiresistente bacteriën door het gebruik van antibiotica) hangt de menselijke gezondheid sterk samen met de gezondheid van vee.
PBL (2013), p. 16-19.
Voedingscentrum, ‘Voedselveiligheid’ in de Encyclopedie.
Dierenwelzijn
Dierenwelzijn wordt doorgaans gedefinieerd als de mate waarin dieren in de veehouderij in staat zijn hun gedragsmatige of fysiologische behoeftes te vervullen. Het evaluatiesysteem Welfare Quality® is de Europese industriestandaard en bevat als welzijnscriteria dat dieren:
- niet onnodig lang honger of dorst lijden;
- comfortabel kunnen rusten en het niet te warm of te koud hebben;
- genoeg ruimte hebben om vrij rond te bewegen;
- normaal, niet-schadelijk gedrag kunnen vertonen, zoals spelen en foerageren;
- zorgvuldig behandeld worden, op een manier die positieve emoties bevordert;
- vrij zijn van verwondingen, ziekte of onnodige pijn door menselijk management.
De Jonge, F. H., & Ooms, M. (2009), p. 19.
Socio-economisch: Verdeling, welvaart en sociaal
Onder de duurzaamheid van het voedselsysteem wordt vaak ook verstaan de verdeling van voedsel over de wereldbevolking en voedselzekerheid, evenals eerlijke winstverdeling en handel tussen producenten en afnemers. Boeren binnen en buiten Nederland hebben weinig invloed op de prijs die zij krijgen voor hun producten, waardoor hun inkomen onder druk komt te staan naarmate voedselketens efficiënter worden. Als laatste zijn ook de arbeidsomstandigheden van in de voedingssector werkzame individuen een indicator van duurzaamheid.
PBL (2013), p. 44.