Engels

Circulaire Economie

Wat is het nationaal beleid?

Nederland wil in 2050 klimaatneutraal, fossielvrij en circulair te zijn. Het nationaal beleid om de transitie naar een circulaire economie te faciliteren staat beschreven in het Nationale Programma Circulaire Economie (NPCE). Het nationaal beleid onderscheidt 4 knoppen waaraan het kan draaien om de transitie te faciliteren. De maatregelen in het NPCE zijn daarop gericht.

Het nationaal beleid is tot op heden vooral gericht op vrijwilligheid en vrijblijvendheid. Nu zijn meer richtinggevende en dwingende maatregelen nodig. In het NPCE is daarom een mix van beprijzende, normerende en stimulerende maatregelen opgenomen.

De 4 knoppen

  1. Grondstoffengebruik verminderen
    Gebruik van minder (nieuwe) grondstoffen door af te zien van het produceren of kopen van producten, deze te delen of ze efficiënter te maken. Dit wil de overheid stimuleren door circulair inkopen. Van bureaus en stoelen tot wegen en waterwerken.
  2. Grondstoffensubstitutie
    Vervanging van primaire grondstoffen door secundaire grondstoffen en duurzame biogrondstoffen die zo hoogwaardig mogelijk toegepast worden, of door andere, meer algemeen beschikbare grondstoffen met een lagere milieudruk. Denk hierbij aan de verplichting tot een bepaald percentage recyclaat (hergebruikte materialen).
  3. Levensduurverlenging
    Langer en intensiever gebruik van producten en onderdelen door hergebruik en reparatie. Dit vertraagt de vraag naar nieuwe grondstoffen. Een maatregel die gericht is op levensduurverlenging is bijvoorbeeld een reparateursregister vanaf 2023 voor elektrische en elektronische apparaten om makkelijk een geschikte reparateur te vinden.
  4. Hoogwaardige verwerking
    De kringloop sluiten door recycling van materialen en grondstoffen. Hierdoor wordt er minder afval verbrand of gestort en ontstaat er meer hoogwaardig aanbod van secundaire grondstoffen. In 2050 moet het verbranden van recyclebaar materiaal volledig verleden tijd zijn. Dat vraagt om ingrepen aan de voorkant van de keten. Het kabinet wil daarom gemeentes én inwoners helpen om afval nog beter te scheiden.

Maatregelen per sector

Om het proces naar een circulair economie te versnellen, zijn er 5 transitieagenda’s opgesteld. In de transitieagenda’s staan welke concrete acties er nodig zijn voor de 5 meest belangrijke sectoren en ketens van de Nederlandse economie. Dit zijn ook de sectoren die het meest belastend zijn voor het milieu.

Naast de algemene doelen en maatregelen zijn specifieke doelen geformuleerd en specifiek beleid ontwikkeld voor de meest impactvolle productgroepen binnen de vastgestelde sectoren. Het gaat om de volgende productgroepen:

  • Consumptiegoederen: elektrische en elektronische apparaten; verpakkingen en wegwerpproducten; textiel; meubels.
  • Kunststoffen: plastic verpakkingen; plastic in de bouw; landbouwplastic.
  • Bouw: woningen; kantoren en bedrijfshallen; betonnen viaducten en bruggen; wegverharding.
  • Maakindustrie: Capital Equipment; windparken; zon-PV-systemen; klimaatinstallaties.

Op nederlandcirculairin2050.nl is een overzicht te vinden over de zogenoemde transitieagenda’a per sector.

Ondersteunende maatregelen

Naast algemene en specifieke maatregelen bevat het Nationale Programma Circulaire Economie 2023 -2030 (NPCE) ondersteunende maatregelen met de randvoorwaarden voor de transitie naar een circulaire economie.

De Rijksoverheid wil bijvoorbeeld de juiste kennis en vaardigheden voor duurzaamheid en circulaire economie vergroten en het een passende plek geven in het onderwijs. Daarnaast krijgt circulariteit ook aandacht in leermodules voor bijvoorbeeld inkopers en marketeers in bedrijven. Verder ondersteunt de Rijksoverheid de transitie met maatregelen voor onder andere financiering, gedragsverandering, en meer.

Op de website van de Rijksoverheid is een overzicht te vinden van alle maatregelen die worden genomen.